Frezen versus snijden van lasnaadvoorbereidingen in platen

Lasvoorbereidingen snijden

De snelheid van materiaalverwijdering bij het creëren van een lasvoorbereiding is sterk afhankelijk van het gereedschap, de bewerkbaarheid van het materiaal en de stijfheid van de machine. Laten we gewoon een voorbeeld nemen. Bij standaard constructiestaal, beveling van 45 graden in 15 mm en hoger, duurt het ongeveer 2-3 keer langer om de afschuining met plasma te snijden. Hoe meer materiaal moet worden verwijderd, des te langer het duurt om de schuine kant te frezen terwijl plasmasnijden voornamelijk afhankelijk is van de dikte en de schuine hoek (die de werkelijke snijlengte bepaalt).

Lasvoorbereidingen frezen

Maar wanneer is het interessant om lasvoorbereidingen te frezen? Bijvoorbeeld wanneer het bevelen slechts een klein deel van de productie vormt en de investering in een bevelunit niet rechtvaardigt.

We nemen hierbij natuurlijk aan dat frezen al een beschikbaar proces is op de machine. Maar frezen kan ook interessant zijn als de toleranties groter worden bij bevelen met plasma door kromtrekking als gevolg van warmte-inbreng. De vervorming door de warmte-inbreng is afhankelijk van de dikte van het product, de warmte-inbreng die ontstaat door een groot aantal binnen contouren en scheve lengte-/breedteverhoudingen van producten.

Een voordeel van het frezen van een lasvoorbereiding is ook dat bevelen met een J-groef mogelijk is, anders dan bij bevelen met plasma. Het voordeel van een J-groef in vergelijking met standaard Y- of V-groeven is dat er een smallere lasopening kan worden gecreëerd voor dezelfde lassterkte. Deze smalle lasopening vergt minder vulmateriaal. Hierdoor kan de lastijd in het bijzonder bij dikkere materialen worden verkort.